Categorie: Achtergrond verhalen

Het verhaal van de DAF Pick-Up

DAF Variomatic Pick-Up

 

De bekende kleine DAF personenwagen van type 600 tot en met de 33 heette bij DAF intern de “A-body”
Behalve de bekende volautomatische  personenwagen was er destijds ook een besteluitvoering en een wagen met open laadbakje, de zogenaamde Pick-Up.
De eerste DAF Pick-Up verscheen in 1961 en was gebaseerd op de DAF 600, later in dat jaar werd de wagen op de inmiddels verschenen 750 gebaseerd.
Het model evolueerde mee met de personenwagen en kwam achtereenvolgens als 31, als 32 en tenslotte zou hij in productie zou blijven tot in 1971 als 33.

Alhoewel hij qua verkoopaantallen ver in de schaduw bleef van de Bestelwagen, veroverde ook deze Daf de Nederlandse wegen.
Door de open laadbak was dit “manusje van alles” geschikt voor de agrarische sector, bloemisterijen, maar ook voor industrie en natuurlijk transporteurs en garagebedrijven die hem gebruikte als servicewagen en je kwam hem tegen op luchthaven Schiphol, bij de brandweer en tegenwoordig in het DAF Museum in Eindhoven en bij fanatieke DAF verzamelaars.

DAF 600 Pick-Up, aantallen  441 stuks, in productie: mrt 1961 – aug 1961
DAF 750 Pick-Up, aantallen  801 stuks, in productie: sept 1961 – sept 1963
DAF 31 Pick-Up,   aantallen  534 stuks, in productie: sept 1963 – sept 1965
DAF 32 Pick-Up,   aantallen  435 stuks, in productie: sept 1965 – sept 1967
DAF 33 Pick-Up,   aantallen 1528 stuks, in productie: sept 1967 – 1971

In de collectie exclusieve kleinserie resin modellen van MCH, waarin eerder de 32 bestelwagen en de 32 Combi verschenen is deze de 3e variant, de Pick-Up toegevoegd.
MCH levert deze DAF Pick-Up, als type 32 ( Dat was de laatste Daffodil voor hij werd omgedoopt tot 33 en daar vrijwel identiek aan is ) in zowel HO als N-schaal.
Het filigraan N-model (1:160) wordt uit een stuk gegoten, daarna op kleur gespoten en de details zoals ramen, bumpers, wielen en wieldoppen worden handmatig er op geschilderd.

De HO versie ( 1:87) heeft een open body, ingezette ramen, bodemplaat en wielen. Ook hier worden details als bumper, grille, koplampen, achterlichten en sierstrippen handmatig er op aangebracht.
Per model komen steeds kleine series in kleur.

Het verhaal van de NSF

MCH heeft verschillende NSF automodellen bedrukt en wellicht vraagt u zichzelf af wat er nu zo speciaal is aan de NSF.
De afkorting NSF staat voor Nederlandse Seintoestellen Fabriek en deze werd opgericht in 1918, het bedrijf vestigde zich aan de Groest midden in Hilversum.
De NSF maakte professionele radiozenders o.a. voor de marine, luchtmacht en lange afstandscommunicatie met de overzeese gebiedsdelen.
Naast zenders ging de NSF ook radio’s maken en om de verkoop te promoten maakte de NSF de allereerste radio-uitzending in 1923, hieruit vloeiden de Nederlandse omroepen voort en werd zo de bakermat gelegd voor Hilversum Mediastad
Nadat de productieruimte hier onvoldoende bleek werd ook een leegstaande autogarage gebruikt aan de Naarderstraat in Hilversum, dit pand is er nog steeds en huisvest nu horeca hal  “Mout”.
Met de populariteit van de radio groeide de NSF door en verhuisde naar een groot terrein aan de Jan van der Heijdenstraat in Hilversum waar het tot het einde is gebleven, tegenwoordig staat op die plek winkelcentrum Seinhorst.
Het bedrijf bleef groeien met duizenden werknemers en Philips werd hoofdaandeelhouder.
Na de WOII werd de naam veranderd in Philips Telecommunicatie Industrie (kortweg PTI )
PTI heeft nog een grote rol gespeeld in de telefoon industrie, maar met een veranderende (elektronica) wereld was het einde in zicht, PTI werd verkocht aan AT&T – Lucent en ook deze sloot uiteindelijk de deuren in Hilversum en de NSF was daarmee geschiedenis.
Hilversum is dankzij de NSF nog steeds de thuisbasis van de “Radio & TV wereld” met de omroepen, de studio’s en facilitaire bedrijven en alle moderne digitale opvolgers hiervan.

 

Het verhaal van de VAM

De naam VAM betekend Vuil Afvoer Maatschappij, en vuil(nis) is al zo oud als de mensheid.
In de vroege jaartelling maakte dat nog niet veel uit, het afval was organisch en de natuur zorgde wel voor de verwerking.

Met toenemen van bevolking concentraties in dorpen en steden, en het gebrek aan sanitair werd dat al snel een probleem en bron voor ziektes als cholera.
Al in de 16de eeuw namen stadsbesturen maatregelen om het vuil te verwijderen en moest de bevolking haar straatje schoon houden, in de 18de eeuw namen steden de organisatie van afvoer zelf ter hand.

Rond de vorige eeuwwisseling kwamen de eerste vuilverbrandingsovens, ook Den Haag had in 1919 zo’n plan. Dit plan stuitte op verzet, “waarom verbranden, als composteren in Drenthe ook kan”?
Zo werd het idee geboren om het Haagse huisvuil per spoor naar Wijster in Drenthe te vervoeren.
Daarvoor werd in 1929 de VAM opgericht en reed in 1931 de eerste trein met Haags afval naar de nieuwe stortplaats in het Drentse Wijster.
Voor dit transport was een speciale spoorwagon ontwikkeld die naar beide zijkanten tegelijkertijd kon lossen.
De grijze volumineuze wagons werden een vertrouwde verschijning op het spoor. In eerste instantie met stoomtractie, later met de nieuwe elektrische locs.

Het VAM  project was succesvol en steeds meer gemeenten deden mee, er verschenen overlaadstations en er werd in zuid Nederland, bij Mierlo, een compostfabriek geopend.
Een nieuwe huisstijl deed zijn intrede en de vertrouwde VAM wagons werden groen met daarop, in wit en zwart, de tekst VAM Compost.
In 1975 was het tijd voor de nieuwe generatie VAM wagens met 2 losse bakken, die elk apart konden kantelen.

Het toen nog jonge modelspoormerk Roco maakte dit model en er gebeurde iets bijzonders: kochten winkeliers normaal nieuwe wagentjes in per 2 of 3 stuks, nu kochten ze er 24 of 36, want ook de hobbyist had deze wagon snel ontdekt, wilde er graag een trein van samenstellen en kocht er meteen een aantal.
Zo ging “modelspoor minnend” Nederland aan de VAM.

De VAM ontdekte de grote vlakken op hun wagons ook als communicatiemedium en er verschenen wagens met “VAM Recycling”, “VAM Potgrond”, in het jubileumjaar een blauwe “VAM 60” en de witte “REGAM, Gas uit Afval”. ( Roco heeft ze allemaal gemaakt in de loop der tijden )
In de jaren ’80 en ’90 stond de wijze van afvalverwerking ter discussie en werd gezocht naar nieuwe oplossingen.
Op het spoor kwamen vuilcontainers die de vertrouwde VAM-wagons stilaan gingen vervangen.
De VAM werd Essent-Milieu en de nieuwe containerwagens kregen de specifieke rode Essent kleur.
De oude VAM-wagens hebben dat net niet meer meegemaakt, behalve dan die van Madurodam.
Nadat Essent aan een Duitse energiereus werd verkocht ging de milieupoot verder als Attero met vestigingen in Moerdijk en in Wijster waar het allemaal begon.

De Bekende VAM-wagon waarmee Roco zijn naam maakte in HO in Nederland, wordt door MCH in kleine oplages van 50 stuks per kleur gemaakt in N-spoor (1:160).

( foto: © Leo Zilverentant )

Het verhaal van de Snelle Visser

Met hun gele vracht- en bestelwagens  was de Snelle Visser midden vorige eeuw een bekende verschijning in de randstad en ver daar buiten.

De geschiedenis van het familiebedrijf Expeditie K. Visser begon op 10 juni 1912 met een dienst tussen Haarlem en Amsterdam, de tocht duurde ruim 5 uur en er werd gereden met 2 wagens en 4 paarden.
Het bedrijf groeide snel naar 8 wagens met 14 paarden.
In 1919 begint het gemotoriseerde tijdperk, er wordt een DAAG vrachtwagen aangeschaft en groeide ook het aantal vestigingspunten: naast Haarlem en  Amsterdam werd er ook gereden op Zandvoort, Hilversum, Bussum, Utrecht, Den Haag en Rotterdam.
Op de auto’s verscheen het logo met de witte meeuw en naam “De Snelle Visser”.
Op 31 december 1931 had Visser 29 auto’s rijden, waaronder 20 Fords en de groei zette door.
Particulieren bezaten nog nauwelijks eigen auto’s en waren dus ook vaak aangewezen op bodediensten voor verzending van hun huisraad.
Na de oorlog kwam de wederopbouw en veranderde het vervoer langzaam richting grotere opdrachtgevers, zoals de warenhuizen, Renault onderdelendistributie en Phonogram.

De Snelle Visser heeft een diversiteit aan automerken gehad, enkele van de meer dan 30 verschillende merken waren o.a. Bedford, Commer, Daf, Hanomag, Mercedes, Kromhout, Renault, Saviem en Volkswagen.
Met het teruglopen van de markt en het verlies van een paar grote klanten, tijdens de economische crisis van begin jaren ’80, was het einde in zicht voor De Snelle Visser en op 31 augustus 1982 was het voorbij.

Er is een voertuig in oorspronkelijke kleuren bewaard gebleven, dat is een DAF A1600, wagen nr. 62 deze behoord tot de collectie van het DAF Museum in Eindhoven.
Met medewerking van Artitec en Brekina heeft MCH in de loop van de tijd een aantal HO schaalmodellen uitgebracht waaronder de DAF van het DAF Museum en de Opel Blitz die in Hilversum “op z’n dak” lag.

Het verhaal van de DAF Bestel

DAF Bestel MCH

Het Bestel Dafje zag het levenslicht als DAF 750 Bestel (het zwaardere broertje van de Daf 600 ), veel waren er dat nog niet, van de 750 Bestel zijn er 751 geproduceerd en van de Combi ( met een achterbank en zijraam ) 349.
In het najaar van 1963 werd de 750 opgevolgd door de Daffodil ( type 31 ) en kregen de Bestel en Combi dezelfde facelift. Deze 31 bleef 2 jaar in productie, van de Bestel 1577 en van de Combi 939 stuks.

In september 1965 werd de Daffodil weer vernieuwd en dat werd de 32. Deze 32 is het voorbeeld van MCH’s miniatuurmodel.
DAF leverde 1287 Bestelwagens en 2427 Combi’s in deze uitvoering.

In het najaar van 1967 werd de Daffodil en daarmee ook de bestel en combi uitvoeringen omgedoopt in 33, de naam Daffodil verdween.
Als 33 bleef de wagen in productie tot 1974 en bereikte de 33 Bestel een productieaantal van 19445 auto’s en de Combi 4111.
De neus van de auto is mee geëvolueerd met de parallelle personenwagen versie, de achterzijde is in die 12 jaar vrijwel onveranderd en karakteristiek herkenbaar gebleven.

Even meegeteld? Ruim 30.000 Bestel- en Combi modellen leverde Daf in die periode, de grootste klant was de PTT met meer dan 2500 auto’s, het merendeel in het bekend post-rood maar ook in telecom-grijs.
Ook politie en brandweer wisten de wagen op hun waarde te schatten, bij de politie vaak als wagen voor de afdeling verkeer, maar ook voor de hondenbrigade waarvan de naam “Blafdaf” onsterfelijk is geworden.

Een plaats waar het krioelde van de Dafjes was Schiphol, doorgaans zonder kenteken, waren ze in gebruik bij vrijwel alle maatschappijen en bij de brandweer van Schiphol.
De Daf Bestel kwam je werkelijk overal tegen, bij de ANWB-Wegenwacht, bij de NS, bij Rijkswaterstaat, de loodgieter, de schilder, de garagehouder als servicewagen bij grote en  kleine bedrijven was het een dankbaar werkpaard… of zouden we hem pony moeten noemen?

Internationaal wellicht wat minder bekend, maar binnen Nederland had hij de allure van de Besteleend en de R4-Bestelwagens.
Toch is er ook documentatie over de bestel-Dafjes die gebruikt zijn in Duitsland, België, Frankrijk en Scandinavië ( Noorse Post ) .

Het verhaal van de Commer

Commer Walk Thru, distributie voertuig

De Commer Walk Thru, zoals de “Van Gend & Loos”-klassieker voluit heet is er een met een kleurrijke geschiedenis.
Voor de naam Commer moeten we terug naar 1905 als de Commercial Cars Ltd, kortweg Commer, wordt opgericht.
Dit bedrijf viel binnen de Engelse Rootes Group van Lord Rootes (met o.a. Hillman, Sunbeam, Humber, Singer en Talbot ).
Commer maakte bedrijfsvoertuigen van bestelwagens tot vrachtwagens.

Eind jaren ’50 introduceerde Commer een 1-tons bestelwagen, de BF.
Voor de Nederlandse Spoorwegen reden om voor haar dochter Van Gend & Loos 525 Commers te bestellen.
Naast en als vervanging van de BF introduceerde Commer in 1961 de revolutionaire Walk Thru, een uniek ontwerp voor distributie.
Het is deze wagen die het boegbeeld werd van onze nationale pakketbezorger en op ieders netvlies staat.

In de jaren ’60 werd het uiterst bruikbare Walk Thru ontwerp ook ontdekt door de diverse brandweerkorpsen en zijn er alles bij elkaar meer dan 100 wagens gebruikt bij de diverse korpsen, waarvan niet een hetzelfde. Ze waren en met en zonder extra zijraam, met rolluik, met imperiaal voor ladders, slangen of boot, de meesten waren rood, maar ook waren er gele en witte brandweerwagens.

De Walk Thru vond ook zijn weg naar grotere en kleine distributiebedrijven o.a. de Gelderse Tramwagen, de Snelle Visser ( filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=wRdVty2kZ6M ).
Op Schiphol o.a. bij de KLM en Hertz autoverhuur, de ANWB had er een, Campina 2 stuks en ga zo maar door.

Ondank het verkoopsucces, met o.a. assemblage in Spanje en Rhodesië, ging het met de Rootes group, waar Commer onder viel, minder goed, midden jaren 60 nam Chrysler een deel van de aandelen over en wat later de overige aandelen. De bestelwagens werden toen ook verkocht onder de namen Karrier en Dodge.
Vanwege aanhoudende verliezen werd door Chrysler eind jaren ‘70 alles verkocht aan PSA die iets later de bedrijfswagenfabriek doorstootte naar landgenoot Renault.

De Commer Walk Thru is niet helemaal uit het straatbeeld verdwenen, er rijden in Nederland nog diverse ex-VGL en ex-Brw wagens omgebouwd rond als camper.